superintendent
→ hoofdgreenkeeper
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. super- = boven, en intendens, -entis = o.dw van in-tendere = uitspannen, zich op iets richten, toezien] oppertoeziener, inspecteur.
Getty Research Institute (1990)
superintendent - Leidinggevenden die belast zijn met het toezicht op en de verantwoordelijkheid voor een instelling, afdeling, plaats of activiteit, gewoonlijk met de hoogste bevoegdheid aldaar, indien gebruikt als officiële functieaanduiding voor hen die zulke verantwoordelijkheid dragen.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
opziener, opzichter, inspecteur; directeur; walbaas; medical superintendent, geneesheer-directeur.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), m. (-en), iem. die het oppertoezicht op enig gebied heeft; in ’t bijz. (O.-I.) hoogste rang bij een Europese cultuurmaatschappij.
Winkler Prins (1949)
(De Lat. vorm van het Gr. „episkopos”, opziener, bisschop), ambtstitel in de Duitse Luth. kerken. De S. bedient als predikant een eigen gemeente, is belast met het toezicht op de overige gemeenten in zijn ressort, van welks synode hij tevens voorzitter is, en ordent de predikanten. In de vroegere landskerken was hij overheidsorgaan. Ook...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: