Wat is de betekenis van superintendent?

2024-04-30
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

superintendent

→ hoofdgreenkeeper

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Superintendent

[v. Lat. super- = boven, en intendens, -entis = o.dw van in-tendere = uitspannen, zich op iets richten, toezien] oppertoeziener, inspecteur.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Superintendent

hoofdopziener

2024-04-30
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

superintendent

superintendent - Leidinggevenden die belast zijn met het toezicht op en de verantwoordelijkheid voor een instelling, afdeling, plaats of activiteit, gewoonlijk met de hoogste bevoegdheid aldaar, indien gebruikt als officiële functieaanduiding voor hen die zulke verantwoordelijkheid dragen.

2024-04-30
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

superintendent

amptenaar belas met hoogste toesig; direkteur (van onderwys in Kaapland).

2024-04-30
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

superintendent

opziener, opzichter, inspecteur; directeur; walbaas; medical superintendent, geneesheer-directeur.

2024-04-30
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Superintendent

superintendent (hoogste Protestantse geestelijke in e. land).

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Superintendent

(Fr.), m. (-en), iem. die het oppertoezicht op enig gebied heeft; in ’t bijz. (O.-I.) hoogste rang bij een Europese cultuurmaatschappij.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Superintendent

(De Lat. vorm van het Gr. „episkopos”, opziener, bisschop), ambtstitel in de Duitse Luth. kerken. De S. bedient als predikant een eigen gemeente, is belast met het toezicht op de overige gemeenten in zijn ressort, van welks synode hij tevens voorzitter is, en ordent de predikanten. In de vroegere landskerken was hij overheidsorgaan. Ook...