Wat is de betekenis van struikrovers?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

struikrovers

1) (2005) (politie/ onderwereld) inbrekers in hennepkwekerijen. • (Elsevier, 17/12/2005: Van aanlopen tot zwijntjesjager). • (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020) 2) (2008) (jeugd) flitsteam. Woord geïn...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

struikrovers

struikrovers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord struikrover