Wat is de betekenis van strobreed?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

strobreed

strobreed - Zelfstandignaamwoord 1. in: geen ~ in de weg leggen: op geen enkele wijze hinderen Hem zal daarbij geen strobreed in de weg gelegd worden. Woordherkomst samenstelling van stro en breed : de breedte van een strootje

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

strobreed

strobreed - zelfstandig naamwoord uitspraak: stro-breed 1. niets ♢ we zullen hem geen strobreed in de weg leggen Zelfstandig naamwoord: stro-breed

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Strobreed

s.n.; iem. geen — in de weg leggen, immen gjin strie oerdwers lizze.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Strobreed

o., 1. breedte van een stro, van een strohalm; 2. iets dat de breedte van een strohalm heeft: iem. geen strobreed in de weg leggen, hem geenszins bemoeilijken.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

strobreed

('stro:) o. 1. Eig. breedte van een stro(halm). 2. Mett. zeer geringe breedte. 3. Metn. iets wat de breedte van een stro heeft : iemand geen in de weg leggen, hem niet in het minst bemoeilijken.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

strobreed

o., breedte van een strohalm: iemand geen — in de weg leggen, hem in geen enkel opzicht tegenwerken.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)