Wat is de betekenis van straffeloos?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

straffeloos

straffeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder dat straf volgt, zonder nadelige gevolgen Woordherkomst afgeleid van straf met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e- Synoniemen ongestoord, ongestraft

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STRAFFELOOS

bn. bw., 1. zonder straf, ongestraft: dat kan men niet straffeloos doen: 2. (w. g.) zonder te straffen : iets straffeloos gedogen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

straffeloos

bn., bw. (zonder straf): iets straffeloos doen, ongestraft.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

straffeloos

bn. (...loze) en bw. zonder straf op te lopen, vrij van straf: overtreden, verklaren; iets niet kunnen doen.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

straffeloos

bn. en bw., zonder straf, ongestraft.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Straffeloos

Straffeloos - bn. bw. zonder, vrij van straf : iets straffeloos verklaren. STRAFFELOOSHEID, v.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)