Wat is de betekenis van strabisme?

2024-04-28
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

strabisme

(uitspraak: straa-BIS-mu) Zie (ook) scheelzien

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Strabisme

het scheelzien

2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Strabisme

’t scheelzien, scheelheid.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Strabisme

zie Scheelzien.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

strabisme

o. strabositeit, v. scheelzien; -heid.

2024-04-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Strabisme

Strabisme - zie SCHEELZIEN.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

strabisme

o., ➝scheelzien.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

strabisme

strabisme, - o., strabositeit, v., scheelheid; het scheel zien.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Strabisme

het scheelzien, zie ald.

Gerelateerde zoekopdrachten