Wat is de betekenis van straathond?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

straathond

Het begrip straathond heeft 3 verschillende betekenissen: 1) hond die op straat leeft. hond zonder eigenaar die op straat leeft en meestal verwaarloosd, mager en hongerig is. 2) ordinaire bastaardhond. hond die tot geen enkel ras behoort, die er ordinair uitziet en van geringe waarde is. 3) zwerver. iemand die een ongeregeld,...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

straathond

(2005) (drugs) straatdealer. • Straathond. Op straat actieve dealer of gebruiker. (Elsevier, 17/12/2005: Van aanlopen tot zwijntjesjager) • (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

straathond

straathond - Zelfstandignaamwoord 1. een ordinaire bastaardhond Woef Side Story is West Side Story met honden. In Ro Theaters traditionele familiespektakel wordt een straathond verliefd op een luxe teefje. 2. een hond die op straat zwerft en geen baasje heeft en er meestal slecht aan toe...

2024-04-29
Jargon & Slang van Junkies en dealers

Marc De Coster (2017)

Straathond

Straathond - slang voor straatdealer.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

straathond

straathond - zelfstandig naamwoord uitspraak: straat-hond 1. hond die op straat rondzwerft ♢ een straathond heeft de vuilnisbakken leeggehaald 2. hond die niet van een bepaald ras is ♢ onze Fikk...

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STRAATHOND

m. (-en), 1. op straat zwervende hond; 2. niet-rashond.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

straathond

m. (-en), 1. op straat zwervende hond; 2. niet-rashond.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)