Wat is de betekenis van straathandel?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

straathandel

straathandel - zelfstandig naamwoord uitspraak: straat-han-del 1. handel op straat of langs de deuren ♢ de bloemenhandel is voor een deel straathandel Zelfstandig naamwoord: straat-han-del de straathandel

2024-04-29
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Straathandel

Straathandel - Al in 1413 waren er beschermende regelingen voor deze verkoopmethode. Het ventervraagstuk werd in 1931 geregeld. De Verordening op de Straathandel trad op 1 okt. 1947 in werking en werd talloze malen herzien. LIT. C.A.L. Sander, De Amsterdamse straathandel, O.A. 1950, 180 en 200.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STRAATHANDEL

m.: de straathandel in bloemen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

straathandel

m., vorm van trekkende of ambulante detailhandel, waarbij waren op de openbare weg aan de man worden gebracht. (e) Bij straathandel dient onderscheid te worden gemaakt tussen de gaande en ventende straathandel (venters) en de staande straathandel (standplaatsen). De venter (vroeger marskramer genoemd) trekt met zijn handel langs de straten en prijs...