Wat is de betekenis van stootband?

2024-04-29
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

stootband

(de; -en) GV - (vaak ronde) band die aan alle zijden van een midgetgolfbaan (2) is voorzien, bevestigd op dezelfde hoogte als het middelpunt van de op de band lopende golfbal en van dusdanig materiaal gemaakt dat een wedstrijdgolfbal bij terugkaatsing minimaal vijftig procent van zijn kracht, dus vaart of snelheid, blijft behouden.

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

stootband

smal, sterk band dat vroeger gehecht werd langs de achterzoom van de lange, soms slepende vrouwenrokken, en nu langs de achterkant van de pijpen van herenpantalons.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stootband

omboorsel (rok); kussing (biljart).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOOTBAND

m. (-en), band bestemd om stoten op te vangen of tot versterking, b.v. a. aan de onderzoom van een rok of aan de onderkant van de pijpen van een herenpantalon ; — b. stootlap op een zeil.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stootband

m. (-en) stootlap.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stootband

m. (-en), stevige band met één dikke rand ter versteviging van een onderzoom aan rok of broekspijpen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten