Wat is de betekenis van stookseizoen?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stookseizoen

jaarlijkse periode waarin men stookt. jaarlijks terugkerende periode waarin men de verwarmingsinstallatie pleegt aan te zetten; jaarlijkse periode waarin men moet verwarmen. Voorbeelden: De geleverde warmte is bij het begin en bij het einde van het stookseizoen meestal reeds toereikend om de woning te verwarmen; bij lagere buitentemp...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOOKSEIZOEN

o. (-en), tijd van het jaar dat er gestookt wordt.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stookseizoen

o. (-en) seizoen in het jaar dat er gestookt wordt.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten