Wat is de betekenis van Stompzinnigheid?

2024-04-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Stompzinnigheid

idiotie zie aldaar.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stompzinnigheid

s., stompens, dommens, simpelens.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2024-04-27
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Stompzinnigheid

Stupiditas, aangeboren geringe ontwikkeling der geestvermogens; lichtere graad van idiotie (zie aldaar).