Wat is de betekenis van stipuleren?

2024-04-30
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

stipuleren

UIT: Testaankoop: Wij betalen geen twee keer (Politics.be, 15 februari 2012) CONTEXT: Kunt u het zich inbeelden dat de consument meer zou moeten betalen aan de kassa dan de prijs die aangegeven wordt in de winkelrekken? Dat een krediet duurder zou uitvallen dan GESTIPULEERD in het contract ? Neen, dat zou illegaal zijn. : bedingen, bepalen, vastl...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stipuleren

stipuleren - Werkwoord 1. (ov) als voorwaarde, voorbehoud, beperking of uitbreiding vastleggen (in een contract) Woordherkomst afgeleid van het Franse stipuler (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen bedingen, conditioneren

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Stipuleren

[Lat. stipulari = vastmaken, plechtig laten beloven, bedingen, van OLat. stipulus = vast; vgl. stipare = samenpersen, zie constipatie] bedingen, bij afspraak bepalen.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Stipuleren

bedingen; uitdrukkelijk bepalen

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Stipuleren

bedingen; bepalen; afspreken.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STIPULEREN

(stipuleerde, heeft gestipuleerd), (<Fr. of <Lat.), als voorwaarde, voorbehoud, beperking of uit? breiding in een contract vastleggen.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

stipuleren

bedingen, afspreken, uitstippelen, bepalen, overeenkomen, vaststellen bij afspraak.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stipuleren

gestipuleerd (Fr. [Lat. stipulart]: bepalen, bedingen, vaststellen).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stipuleren

('le:rən) (stipuleerde, heelt gestipuleerd) [Fr. < Lat. stipulare] bepalen, bedingen, toezeggen, vaststellen.