Wat is de betekenis van stichter?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stichter

Het begrip stichter heeft 2 verschillende betekenissen: 1) oprichter. iemand die iets sticht; oprichter. 2) aanstichter. iemand die een bepaalde toestand teweegbrengt; aanstichter.

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stichter

stichter - Zelfstandignaamwoord 1. degene die iets grondvest Woordherkomst Naamwoord van handeling van stichten met het achtervoegsel -er

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stichter

stichter - zelfstandig naamwoord uitspraak: stich-ter 1. iemand die een bouwwerk of organisatie is begonnen ♢ dit verhaal gaat over de stichter van de stad Rome Zelfstandig naamwoord: stich-ter -s stichter

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stichter

s., stichter, stifter.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STICHTER

m. (-s, -en), 1. oprichter: de stichter van het Perzische rijk: de stichters van Rome: de stichter van de Christelijke godsdienst; de stichter van een kerk; 2. iem. die iets teweegbrengt, brouwt: de stichter van zoveel kwaad.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stichter

m. stichters, stichteren (iem., die sticht, inz. oprichter, bouwer).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stichter

('stichtər) m. (-s) hij die sticht.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stichter

m. (-s), 1. hij die sticht; 2. iemand die iets teweegbrengt, brouwt: de — van zoveel kwaad; 3. (hist.) gever, schenker van een werk van kerkelijke kunst.