STEVEL
m. (-s), 1. laars, inz. grote ruiterlaars: thans, behalve in oostelijke dial., alleen nog bekend als grappig woord; 2. (org.) houten of metalen voet waarop de pijpen van een tongwerk staan.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. laars, inz. grote ruiterlaars: thans, behalve in oostelijke dial., alleen nog bekend als grappig woord; 2. (org.) houten of metalen voet waarop de pijpen van een tongwerk staan.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[→Du. Stiefel, laars] m. (-s), 1. grote ruiterlaars; 2. (orgel) pijpvoet van een tongpijp.
J.H. van Dale (1898)
Stevel - m. (-s), laars; (inz.) groote ruiterlaars ; — (org.) de houten of metalen voet, waarop de pijpen van een tongwerk staan. STEVELTJE, o. (-s).
I.M. Calisch (1864)
Stevel, m. (-s), laars; (inz.) groote ruiterlaars. *-EN, bw. gel. (ik stevelde, heb gesteveld), van laarzen voorzien; gesteveld zijn, laarzen aanhebben. *-KAP, v. (-pen), laarzenkap. *-KNECHT, m. (-en), laarzenknecht (van hout). *-MAKER, m. (-s), laarzenmaker.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: