Wat is de betekenis van STEMHEBBEND?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEMHEBBEND

bn., 1. stemgerechtigd: stem'hebbende steden; 2. (taalk.) stemklank hebbend, gevormd met trilling van de stembanden: alle klinkers zijn stemheb'bend; de medeklinkers kunnen stemhebbend of stemloos zijn.

2025-07-17
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Stemhebbend

(bn.), stemklank hebbend, gevormd met klanstemplooitrilling; b.v. medeklinkers als [m], [z] en , en alle klinkers

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stemhebbend

met trilling v/d stembande uitgespreek.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stemhebbend

bn.; 1. stemgerechtigd: een stemhebbend lid; 2. met stem (bet. 4): stemhebbende medeklinkers.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stemhebbend

('stem) bn. en bw. 1. een stem om te spreken hebbend. 2. een stem om te kiezen hebbend, stemgerechtigd. 3. Taalk. waarbij de uitgeademde lucht de stembanden doet trillen : v is een -e medeklinker. Tgst. stemloos.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stemhebbend

(het accent wisselt), bn. en bw., 1. stemgerechtigd; 2. (taalkunde) stemklank hebbend, gevormd met trilling van de stembanden.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stemhebbend

Stemhebbend - bn. stemgerechtigd: stemhebbende steden; — (spr.) stemhebbende medeklinkers, gewoonlijk zachte geheeten.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)