STEENKERN
v. (-en), 1. (geol.) verharde verbinding die de binnenholte van een schelp heeft opgevuld; 2. steenachtige vruchtkern.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. (geol.) verharde verbinding die de binnenholte van een schelp heeft opgevuld; 2. steenachtige vruchtkern.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is in de geologie een natuurlijk gevormd afgietsel van het binnenste van een organisme. Van schelpen met twee kleppen is soms een steenkern aanwezig, terwijl de kleppen zelf opgelost zijn. Ook van slakken zijn steenkernen bekend (z fossilisatie).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), 1. een afdruk van het inwendige van een fossiel; 2. harde vruchtkern in een steenvrucht, waarin zich de zaden bevinden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: