Wat is de betekenis van Stede?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stede

stad. stad. Voorbeelden: In de verhalen over belegerd Oostende in 1601 doet een merkwaardig geval de ronde. Sir Francis Vere, aanvoerder van de Engelse troepen, die met de Hollanders de stad verdedigen, wordt verliefd op een jonge vrouw uit de ingesloten stede en ze wordt zijn minnares. K. Jonckheere, Verbannen in het vaderland, 1...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stede

stede - Zelfstandignaamwoord datief van stad, archaïsch|archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukking voorkomt

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stede

in stede van, in die plek van.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEDE

v. (-n), 1. plaats: in ste(d)e van, in plaats van ; in iemands stee; in jouw stee deed ik het niet; — op stee en slag, terstond; 2. plek: een slechte stee in laken; er is een rotte stee aan die appel; een klein steetje maar; 3. boerenplaats, boerderij, hofstede: hij heeft daar een mooie stee; 4. stad : deze goede stede; hier ter stede.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stede

v. -n, stedeke; stad, vero. of in vaste uitdrukkingen; plaats, plek, oord: hier ter stede; de heilige stede, heilige plaats, kerk, tempel; zegsw. in stede van, in plaats van; Alkmaar, het stedeke, verg. hofstede.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Stede

('ste:də) v. (-n; -ke, -ken) [oudere vorm van stad] 1. Algm. plaats : hier ter -; de heilige -, de tempel: in van, in plaats van. 2. Inz. a. plek aan, in of op iets : een zwakke ste(d)e in een touw; een slechte ste(d)e in laken. b. hoeve, boerderij, nog in : hofstede. c. stad : hier ter -.

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stede

Het begrip stede heeft 2 verschillende betekenissen: 1. stede - STEDE - STEE, v. stad, plaats, oord; te dezer stede, hier in de stad ; — de heilige stede, de tempel; — standplaats ; — plek ; — boerenplaats : hofste(d)e; hij heeft daar eene mooie stee. 2. stede - STEDE - STEE, IN STEDE VAN, bw. uitdr; in plaats van.