Wat is de betekenis van STATELIJK?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STATELIJK

bn. bw. (-er, -st), (thans alleen in litt. t.) statig; deftig; met fierheid en of luister: met statelijke schreden ; zich statelijk bewegen, verheffen ; — plechtstatig : statelijke ommegangen; indrukwekkend.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

statelijk

bn., bw.; deftig, vol staatsie: iem. statelijk tegemoet treden.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

statelijk

('sta:tələk) bn. en bw. (-er, -st) deftig, groots.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

STATELIJK

STATELIJK - bn. bw. (-er, -st). deftig, grootsch. STATELIJKHEID, v. deftigheid.

Gerelateerde zoekopdrachten