starten
(werkwoord) [alg.] beginnen, aanvangen - Hij begon zijn loopbaan als krullenjongen. [techn.] aanzetten, inschakelen - De stratenmaker zette de trilplaat aan en het was met de stilte gedaan.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(werkwoord) [alg.] beginnen, aanvangen - Hij begon zijn loopbaan als krullenjongen. [techn.] aanzetten, inschakelen - De stratenmaker zette de trilplaat aan en het was met de stilte gedaan.
Wiktionary (2019)
starten - Werkwoord 1. (ov) iets op gang brengen ♢ Hij had zijn motor nog niet gestart. 2. ergatief ergens een begin mee maken ♢ Hij is al vroeg in de morgen gestart. Woordherkomst afgeleid van start met het achtervoegsel -en
Muiswerk Educatief (2017)
starten - regelmatig werkwoord uitspraak: star-ten 1. het gaan doen ♢ we starten een actie 1. de motor starten [hem laten draaien] 2. bij het beginpunt vertrekk...
Jan Luitzen (2009)
SP 1 (onov ww; startte; h. en is gestart) - (bij een wedstrijd) vertrekken van het beginpunt 2 (ov ww; startte; h. gestart) - een wedstrijd met een signaal van start doen gaan
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., út, fan (’e) ein sette; (bij wedstrijd), fan ’e miet, mient, streek gean; laten — (bij wedstrijd), fuortsizze; (van auto), starte.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
starten, vertrekken (sport); ein Unternehmen starten, met een onderneming beginnen; einen neuen Film starten, een nieuwe film (uit) brengen, lanceren.
Van Dale Uitgevers (1950)
(startte, heeft en is gestart), 1. (bij een wedstrijd) vertrekken van het beginpunt; — (vliegw.) opstijgen ; 2. (een motor) op gang brengen : — (onoverg.) op gang komen : de motor wil niet starten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: