Wat is de betekenis van STAREN?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

staren

staren - Werkwoord 1. (inerg) langdurig naar één punt kijken, soms zonder iets op te merken Je kunt nog lang naar deze bladzijde staren, maar wiskunde leer je er niet van.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

staren

staren - regelmatig werkwoord uitspraak: sta-ren 1. er strak naar kijken zonder iets te zien ♢ zij staarde naar de wolken Regelmatig werkwoord: sta-ren ik staar jij/u staart ...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Staren

v., stoarje, stoar-, stjer-, stjireagje, digerje, dikerje; vreemd zitten —, yn ’e nije, oare wike sjen.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAREN

(staarde, heeft gestaard), 1. met strakke, onbeweeglijke ogen, met ingespannen aandacht naar iets kijken of op iets turen : uit het venster staren ; op iets staren ; mama zat maar te staren van haar dochter naar haar kleinzoon ; — zich blind staren op een enkel geval, alleen daar aandacht voor hebben en het overige niet opmerken : — een...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

staren

staarde, heeft gestaard; strak (en wezenloos) op één punt kijken: op iets staren; wezenloos voor zich uit staren.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Staren

('sta:rən) (staarde, heeft gestaard) strak kijken : op iets -. → blind. Syn. → begluren.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

staren

(staarde, heeft gestaard), met strakke, onbeweeglijke ogen, met ingespannen aandacht naar iets turen; op iets zich blind — op iets, alleen daar aandacht voor hebben en het overige niet opmerken.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Staren

denom. van star = stijf; verwant met ’t Skr. sthira = vast, sterk, en ’t Gr. stereos = hard; het woord w. d. z. : met stijve, strakke blikken op iets turen; ook : „star-oogen". Eveneens is verwant: halsstarrig = een stijven hals hebbende.