Wat is de betekenis van stapelloop?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAPELLOOP

m., het van stapel lopen van een schip.

2025-07-15
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

stapelloop

Als een schip op de helling van de scheepsbouwwerf zo ver is voltooid dat het zonder bezwaar in het water drijvend kan worden afgebouwd, laat men het te water glijden, van stapel lopen. Op de vrijgekomen helling kan dan de kiel worden gelegd voor een volgend schip.

2025-07-15
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Stapelloop

Tot aan het begin van de jaren ’40 hebben sommige puristen stapelloop (van een schip) als een germanisme (D. 'Stapellauf ) beschouwd voor ‘het van stapel lopen’. Rond die tijd vindt dit woord echter ingang in de woordenboeken. Sinds de jaren ’50 en ’60 maakt niemand er meer bezwaar tegen.

2025-07-15
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Stapelloop

zie Aflopen.

Gerelateerde zoekopdrachten