Wat is de betekenis van spuitje?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spuitje

spuitje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spuit 2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spui

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPUITJE

o. (-s), 1. kleine spuit, inz. als geneeskundig instrument, injectiespuitje: een injectie met een spuitje geven. 2. zoveel van een verdovend middel of van een geneesmiddel als op eenmaal wordt ingespoten, injectie: tegen de nacht mag de zieke een spuitje hebben.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spuitje

o. (-s), 1. injectiespuitje; 2. injectie.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)