spuitje
spuitje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spuit 2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spui
Wiktionary (2019)
spuitje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spuit 2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spui
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. kleine spuit, inz. als geneeskundig instrument, injectiespuitje: een injectie met een spuitje geven. 2. zoveel van een verdovend middel of van een geneesmiddel als op eenmaal wordt ingespoten, injectie: tegen de nacht mag de zieke een spuitje hebben.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: