Wat is de betekenis van spuien?

spuien - Werkwoord 1. (ov) overtollig water weg laten vloeien ♢ Bij eb wordt hier veel polderwater gespuid. 2. (ov) overdrachtelijk opgekropt ongenoegen uiten ♢ Hij spuide al zijn gram over de recente wijzigingen. spuien - Zelfsta...

spuien - regelmatig werkwoord uitspraak: spui-en 1. laten zeggen of blijken wat je voelt ♢ na dat avontuur moest Fons eerst even spuien 2. water eruit laten stromen en nieuw water binnenlaten ♢...

(1) Het plotseling doen weglopen van binnenwater door een spuisluis. (2) I.h.a. ook wel het verwijderen van overtollig water door een uitwateringssluis, de natuurlijke lozing.

v., streame, loatse.

...

(spuide, heeft gespuid), 1. door een spui lozen, uitbrengen: het water in de grachten spuien; in de zomermaanden moet er ook gespuid worden. 2. (van een haven of ander vaarwater) de aanslibbing er van tegengaan door er met kracht water op te lozen. 3. (stoomw.) het ketelwater verversen door aftappen van bezinksel. 4. de lucht...

spuide, heeft gespuid; 1. het water door een spuisluis laten aflopen; lozen; van grachten, kanalen: het water lozen en nieuw water laten binnenkomen: de riolen van Maastricht spuien op de Maas; als gespuid wordt, hijst men een rood licht als spuisein; 2. het onderste water in de stoomketel door de stoom naar buiten persen: door te spuien reinigt me...

(’spuiən) (spuide, heeft gespuid) 1. door een spui water lozen : het polderwater in grachten -. 2. Stoomw. het onderste ketel water door de stoom naar buiten persen en verversen ; door reinigt men de ketel. 3. de lucht verversen door het openen van ramen en deuren →: we zullen hier even moeten -. 4. door middel van spuisluizen uitdie...

(spuide, heeft gespuid), 1. door een spui lozen, uitbrengen; 2. aanslibbing tegengaan door met kracht water te lozen op b.v. een vaarwater; 3. de lucht in een vertrek door tocht verversen; 4. in grote hoeveelheden op de markt brengen; 5. (fig.) uiten: zijn grieven —.