Wat is de betekenis van sportbond?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sportbond

sportbond - Zelfstandignaamwoord 1. een bond waar verschillende sportclubs lid van zijn (en dus niet de individuele sporters) Boegbeeld Kramer bevestigt de waardering op de ijsvloer voor Dijkema. „Als voorzitter heeft hij meer grip op zaken dan in het verleden. Ik denk dat het goed is voor het schaatsen.” A...

2024-04-29
Sport en beweging

Margreet Weide (2006)

Sportbond

Nationale organisatie waarbij sporters en/of sportverenigingen aangesloten zijn en die zich o.a. richt op het organiseren van toernooien, competities en kampioenschappen. Voorbeelden: KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond), KNLTB (Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond), KNSB (Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond), KNGU (Koninklijke...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPORTBOND

m. (-en).

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)