Wat is de betekenis van sponning?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sponning

sponning - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een langwerpige groef of gleuf met twee zijkanten De sponning was te klein voor de nieuwe deur.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sponning

sponning - zelfstandig naamwoord uitspraak: spon-ning 1. gleuf of groef waar iets in past ♢ de ruiten stonden te rammelen in hun sponning Zelfstandig naamwoord: spon-ning de sponning de...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Sponning

groef

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sponning

groef, keep, gleuf in hout waarin iets pas.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sponning

s., sponning, groef.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPONNING

v. (-en), (timm.) gleuf, groeve (waarin iets sluit): verbinding met sponningen; de sponning van een schuifraam.

2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Sponning

in het timmervak gebruikelijke naam voor een groef in een stuk hout, meestal lopende in de langsrichting. Men treft S.-en aan vnl. bij ramen, deuren en kozijnen, bv. tochtsponningen en glassponningen.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sponning

v. sponningen, sponninkje (gleuf, inz. waarin men een schuifraam, een schoolbord enz. op en neer schuift).