sponning
sponning - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een langwerpige groef of gleuf met twee zijkanten ♢ De sponning was te klein voor de nieuwe deur.
Wiktionary (2019)
sponning - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een langwerpige groef of gleuf met twee zijkanten ♢ De sponning was te klein voor de nieuwe deur.
Muiswerk Educatief (2017)
sponning - zelfstandig naamwoord uitspraak: spon-ning 1. gleuf of groef waar iets in past ♢ de ruiten stonden te rammelen in hun sponning Zelfstandig naamwoord: spon-ning de sponning de...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), (timm.) gleuf, groeve (waarin iets sluit): verbinding met sponningen; de sponning van een schuifraam.
Winkler Prins (1949)
in het timmervak gebruikelijke naam voor een groef in een stuk hout, meestal lopende in de langsrichting. Men treft S.-en aan vnl. bij ramen, deuren en kozijnen, bv. tochtsponningen en glassponningen.
M. J. Koenen's (1937)
v. sponningen, sponninkje (gleuf, inz. waarin men een schuifraam, een schoolbord enz. op en neer schuift).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: