Wat is de betekenis van SPOG?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

spog

...

Lees verder
2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPOG

o., (niet gewoon meer) speeksel, spuug.

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Spog

speeksel

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

spog

gespog, grootpraat, vertoon maak.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spog

o. (lit. t., vero. verwant met spugen: spuwsel, speeksel): spog van slangen.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spog

(spoch) o. (spugen] W. g. speeksel.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spog

o., (vero.) spuwsel.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPOG

SPOG - o. speeksel.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Spog

Spog, o. (B.v. en o.) gmv. speeksel.

toon meer resultaten

Gerelateerde zoekopdrachten