Wat is de betekenis van splitten?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

splitten

Het begrip splitten heeft 4 verschillende betekenissen: 1) iets splijten. 2) iets splitsen. 3) splijten. 4) uit elkaar gaan.

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

splitten

(werkwoord) uit elkaar gaan, (zich) splitsen

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

splitten

(1980+) (< Eng. to split) (jeugd) (van popgroepen) uit elkaar gaan. • De Redskins zijn gesplitst. (Humo, 18/12/1986) • Bij het maken van nutteloze beeldcampagnes voor Amerikaanse frisdranken, Duitse auto's, Belgische banken en honderden cd-hoesjes voor bandjes die nu reeds lang gesplit zijn, stapel ik laag op laag. (Dagblad voor Zuidw...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

splitten

splitten - Werkwoord 1. (ov) splijten, splitsen, uiteendrijven Dat splittende haar, daar erger ik me toch zo aan... splitten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van splitten ♢Wij splitten ♢Jullie splitten...

2024-04-29
Thesaurus voor Mode & Kostuums

Ensie (2018)

splitten

Insnijdingen in een kostuum, die worden gebruikt als een vorm van decoratie om voering of lingerie van een contrasterende kleur te tonen. Ze werden vooral aangebracht in wambuizen, pofbroeken, mouwen en schoenen van de 15e tot en met de 17e eeuw.

2024-04-29
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

splitten

(ov ww; splitte; h. gesplit) KR - in split uitvoeren van een gewichthef-oefening, dat wil zeggen uitvallen met een been naar voren en een been naar achteren om het van schouderhoogte heffen tot hoven het hoofd of uitduwen van de halter te vergemakkelijken, syn. uitvallen. • Het splitten is een achterhaalde techniek, wordt alleen nog toegepast bij h...

2024-04-29
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Splitten

Splitten - (Eng.), uit elkaar gaan. Oorspronkelijk gebruikt m.b.t. popgroepen; de laatste tijd meer algemeen ingeburgerd, bijvoorbeeld in de betekenis ‘verbroken relatie’. Ook het zelfstandig naamwoord split komt voor. Propaganda zou niet splitten. Backstage, oktober 1986 De Redskins zijn gesplit. Humo, 18-12-86 Bekende buiten- en Nederlanders be...

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

splitten

splitten - Insnijdingen in een kostuum, die worden gebruikt als een vorm van decoratie om voering of lingerie van een contrasterende kleur te tonen. Ze werden vooral aangebracht in wambuizen, pofbroeken, mouwen en schoenen van de 15e tot en met de 17e eeuw.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

splitten

(splitte, verl. deelw.?) (scholierentaal) weggaan, opstappen, 't Is 11 uur, ik split. -Etym.: Vgl. Etosplit = o.m. uiteenvallen; (zich) verdelen.