split
(zelfstandig naamwoord) [estafette] deeltijd, individuele tijd
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
split - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van splitten 2. gebiedenwijs van splitten
Ewoud Sanders (2019)
De borrel naam split is overgenomen uit het Engels. Daar wordt split, dat eigenlijk 'gesplitst' betekent, sinds het eind van de 19de eeuw gebruikt voor 'a drink composed of two liquors'. Onder een split soda - een naam die in het Engels in 1884 voor het eerst is gevonden - werd toen een half flesje spuitwater verstaan, gemengd met een half flesje c...
Muiswerk Educatief (2017)
split - zelfstandig naamwoord 1. langwerpige uitsnijding ♢ Lieke droeg een kokerrok met een split aan de achterkant Zelfstandig naamwoord: split de split de splitten het splitje...
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Een split is een opening in kleding die bewust is aangebracht en afgewerkt; vaak functioneel zoals in een rok.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
ook: splitje [Eng., van to split = splijten] half flesje of glas mineraalwater, voor de rest aangevuld met sterkedrank, spec. whisky (vooral in voormalig Ned. Oost-Indië).
drs. L.A. Beeloo (1981)
fijngebroken natuursteen, grover dan grindzand, kleiner dan de normale steenslag; gebruikt bij de wegenbouw.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: