SPINROK
o. (-ken).
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
In de 16de eeuw komt de tot uitroep geworden eedformule by den heylighen spinrok voor. Misschien moeten wij hier uitgaan van dezelfde veronderstelling als bij gans potten en platielen. Men zwoer bij alle attributen die Gods Zoon tijdens zijn verblijf op aarde gebruikte, dus ook bij de stok waarop bij het spinnen met de hand het te bew...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
SPINROK - o. (-ken), SPINROKKEN, o. (-s), windhout voor den gesponnen draad; —BAND, m. (-en)
I.M. Calisch (1864)
Spinrok, *-KEN, o. windhout voor den gesponnen draad. *-BAND, m. (-en). *-VOL, o. gmv. zooveel om een spinrokken kan gewonden worden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: