Wat is de betekenis van spinnenkop?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

spinnenkop

1) (1858) (Barg.) dasspeld; doekspeld. • Daar leerde ik feberen (schrijven) en van Appie hoe men een speentje (knipje) oksenaar (horlogie) of spinnekop (doekspeld) handelen (stelen) moet. (Conrad Jacobus Nicolaüs Nieuwenhuis: Mijn verblijf in de gemeenschappelijke en afgezonderde gevangenis. 1858) • (A. Aletrino: Handleiding bij de...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spinnenkop

spinnenkop - Zelfstandignaamwoord 1. Arachinida, spinachtig dier met acht poten dat met speciale klieren een web maakt, waarin prooien worden gevangen Woordherkomst samenstelling van spin en kop met het invoegsel -en- . Kop is hier een verkorting van koppe of kobbe. Zie ook het Middelengelse coppe (spin) en het moderne...

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

spinnenkop

eigenzinnig meisje; naar schepsel. Zij hoorde het niet eens, dat de jongens van eene andere school haar voor ‘onderkruipsel’ en ‘klein spinnekopje’ uitscholden. (C.E. van Koetsveld, Sprookjes in den trant van Andersen, 1858)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)