Wat is de betekenis van speelschuld?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

speelschuld

speelschuld - zelfstandig naamwoord uitspraak: speel-schuld 1. schuld die je bij een spel gemaakt hebt ♢ hij heeft aan het pokeren een speelschuld van 1000 euro overgehouden Zelfstandig naamwoord: speel-schuld de spe...

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPEELSCHULD

v. (-en), schuld die men door het spel maakt.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

speelschuld

v. speelschulden (schuld, door spelen gemaakt).

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Speelschuld

(Ned.) is een schuld, welke ontstaat uit spel of weddingschap. Zij kan niet in rechte worden opgeëischt, tenzij het spel geschikt is tot lichaamsoefening, zooals schermen of wedloopen. Doch ook in dat geval kan de rechter den eisch ontzeggen of verminderen, wanneer hij het bedrag te hoog vindt. Heeft de verliezer echter de s. vrijwillig voldaa...

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

speelschuld

v. (-en) schuld bij het spel gemaakt.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten