Wat is de betekenis van SPEELPOP?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

speelpop

(18e eeuw) (euf. of sch.) minnares. In Groningen ook: onecht kind. • 'Je bent zijn minnares, zijn speelpop,'zegt Catharina schamper. (Thea Beckman: De val van de Vredeborch. 1988)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPEELPOP

v. (-pen), 1. pop waarmee een kind speelt; 2. kind dat men aanhaalt en vertroetelt; 3. (veroud.) speelbal; iem. tot zijn speelpop gebruiken, hem tot alles bezigen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

speelpop

v. speelpoppen (fig. speelbal).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

speelpop

('spe:l) v. (-pen; -je) I. Eig. pop waarmede een kind speelt. II. Metf. 1. kind dat men aanhaalt, vertroetelt. 2. Veroud. persoon die willoos aan een anders macht is overgeleverd: iemand tot zijn gebruiken.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

speelpop

v./m. (-pen), 1. pop waarmee een kind speelt; 2. kind dat men aanhaalt en vertroetelt.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)