speelpop
(18e eeuw) (euf. of sch.) minnares. In Groningen ook: onecht kind. • 'Je bent zijn minnares, zijn speelpop,'zegt Catharina schamper. (Thea Beckman: De val van de Vredeborch. 1988)
Marc De Coster (2020-2024)
(18e eeuw) (euf. of sch.) minnares. In Groningen ook: onecht kind. • 'Je bent zijn minnares, zijn speelpop,'zegt Catharina schamper. (Thea Beckman: De val van de Vredeborch. 1988)
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-pen), 1. pop waarmee een kind speelt; 2. kind dat men aanhaalt en vertroetelt; 3. (veroud.) speelbal; iem. tot zijn speelpop gebruiken, hem tot alles bezigen.
Jozef Verschueren (1930)
('spe:l) v. (-pen; -je) I. Eig. pop waarmede een kind speelt. II. Metf. 1. kind dat men aanhaalt, vertroetelt. 2. Veroud. persoon die willoos aan een anders macht is overgeleverd: iemand tot zijn gebruiken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-pen), 1. pop waarmee een kind speelt; 2. kind dat men aanhaalt en vertroetelt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: