Wat is de betekenis van § Spark?

2025-07-16
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

§ Spark

§ Spark, v. (-en), vonk. *-ELEN, ow. gel. (ik sparkelde, heb gesparkeld), vonkelen, vonken schieten. *-ELING, v. (-en), het sparkelen; vonkeling.