spanen
spanen - Bijvoeglijk naamwoord 1. uit spanen vervaardigd spanen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spaan
Wiktionary (2019)
spanen - Bijvoeglijk naamwoord 1. uit spanen vervaardigd spanen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spaan
M. J. Koenen's (1937)
I. bn. (van spaan): een spanen speelgoeddoos, b.v. voor Neurenberger waren. II. spaande, h. gespaand: boter spanen, met een spaan uitsteken.
Jozef Verschueren (1930)
('spa:nən) I. bn. van spaan (1) : een speelgoeddoos. 2. (spaande, heeft gespaand) met een spaan (3) bewerken of uitsteken : boter -.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip spanen heeft 3 verschillende betekenissen: 1. spanen - SPANEN - bn. van spaan, van zeer dunne plankjes gemaakt: eene spanen doos. 2. spanen - SPANEN - (spaande heeft gespaand), speten : boter spanen, met eene spaan uitsteken. 3. spanen - SPANEN - zie SPENEN.
I.M. Calisch (1864)
Spanen, bn. van spaan; van zeer dunne plankjes gemaakt. *-, bw. gel. (ik spaande, heb gespaand), speten; boter - (meteenen spaan uitsteken).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: