Wat is de betekenis van SOUPEREN?

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Souperen

[v. LDu. supen = slikken, slokken] avondeten gebruiken.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Souperen

het avondmaal gebruiken

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Souperen

een souper gebruiken

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOUPEREN

(soupeerde, heeft gesoupeerd), (<Fr.), avondmalen : ik heb bij mijn vriend gesoupeerd ; — een souper gebruiken : na afloop zijn we nog gaan souperen ; — (flg.) van iets of iem. gesoupeerd hebben, er zijn buik van vol hebben.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

souperen

gesoupeerd (Fr. het avondmaal gebruiken).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

souperen

('pe:rәn) (soupeerde, heeft gesoupeerd) het souper gebruiken, avondmalen.

2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)