Wat is de betekenis van soosloper?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOOSLOPER

m. (-s), iem. die veel naar de soos gaat.

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

soosloper

(1909) (stud.) iemand die veel de soos* bezoekt. • Gewoonte wordt sterker dan de natuur. Dat ondervindt een ieder op zjjn tjjd. Laat de hardnekkigste sooslooper het door wilskracht en zelfbeheersching zoo ver brengen dat hjj in geen drie maanden een voet in dien Baechustempel zet, tien tegen één dat hjj den eersten keer dat hjj h...

Gerelateerde zoekopdrachten