Wat is de betekenis van sologezin?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

sologezin

Het begrip sologezin heeft 2 verschillende betekenissen: 1) op zichzelf staand gezin. gezin als zelfstandige eenheid; op zichzelf staand gezin. 2) eenpersoonshuishouden. iemand die alleen woont; eenpersoonshuishouden.

2024-04-30
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

sologezin

iemand die alleen woont; eenpersoonshuishouden Toename sologezinnen drukt op milieu [...]. Steeds meer mensen wonen alleen, uit vrije keuze of door omstandigheden. Voor het milieu is dat geen goede zaak, want eenpersoonshuishoudens zijn de grootste verbruikers van land, energie en huishoudapparaten [...]. Een escalatie van de consumptie kan worden...