Wat is de betekenis van sokkel?

sokkel - Zelfstandignaamwoord 1. een voetstuk, voornamelijk voor beelden ♢ Het beeld werd op een sokkel geplaatst.

sokkel - zelfstandig naamwoord uitspraak: sok-kel 1. voetstuk van beeld of zuil ♢ het standbeeld stond op een vierkante sokkel Zelfstandig naamwoord: sok-kel de sokkel de sokkels...

Een sokkel is meestal een blokvormig voetstuk van een 3-dim beeld (2), bijv. een standbeeld; zo’n voetstuk tilt de ruimtelijke vorm (1) boven zijn omgeving uit.

sokkel - Vlakke blokken of plinten die dienst doen als voetstuk van beelden, zuilen en dergelijke. Wordt ook gebruikt voor onbewerkte bodems of plinten aan de onderkant van een muur of voetstuk.

1. onderbouw (voor zover deze boven de grond oprijst) waarop b.v. een monument of een zuil rust; 2. voetstuk waarop beelden of bustes staan.

(v. Fr. socle), zuilvoet, vierkant stuk, meer breed dan hoog, dat tot basis dient; laag voetstuk voor borstbeelden.

voetstuk voor borstbeelden, vazen, enz.

...

(<Fr.), m. (-s), SOKKELTJE, o. (-s), 1. (bouwk.) zuilvoet, vierkant stuk, meer breed dan hoog, dat tot basis dient; klein voetstuk voor borstbeelden; 2. plint tegen een lambrizering van betr. grote hoogte en min of meer samengesteld.