Wat is de betekenis van soi-disant?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOI-DISANT

(Fr.), bn., zogenaamd: een soi-disant profeet.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

soi-disant

soi-disant - Bijvoeglijk naamwoord 1. voorgevend, zelfbenoemd 2. zogenaamd Woordherkomst Ontleent uit het Frans. Samenstelling van soi (nl: zichzelf) en disant, dat het voltooid deelwoord is van dire (nl: zeggen).

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Soi-disant

[Fr., van soi = Lat. sibi = zich, en dire = Lat. dicere = zeggen] bn zich noemend; zogenaamd; [i]een soi-disant profeet. [/i]

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Soi-disant

zogenaamd

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Soi-disant

zogenaamd

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Soi-disant

I. zogenaamd, gewaand, vermeend; II. naar het heet(te).

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

soi-disant

bn. (Fr. zogenaamd): een soi-disant bisschop, d. i. zich noemend.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

soi-disant

(swa-di'zã) [Fr.] zogenaamd, gewaand; een profeet.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Soi-disant

(fr.) zoogenaamd, zich noemend.