soepjurk
1) (1914) (sold.) lange soldatenjas. • Soepjurk: lange soldatenjas. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914. Soldatentaal) • En toch: er moest, hoe dan ook, geld komen om de zaak drijvende te houden en aan Riek en Kris te bewijzen, dat hij, Gerrit, ook niet van gisteren...