snoezig
...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), erg lief (om te zien), schattig, snoeperig: een snoezig kind, zo snoezig gekleed met dat snoezige jurkje.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (lief, aardig): wat een snoezig hoedje! dat kindje is snoezig gekleed, allerliefst.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: