Wat is de betekenis van snoetenbak?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

snoetenbak

(1972) (Barg.) gezicht. • ... dus gaf ik hem weer een pit voor z'n snoetebak. (Haring Arie: Recht voor z'n Raap, 1972)

Gerelateerde zoekopdrachten