Wat is de betekenis van SNOEPLUST?

2024-10-06
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNOEPLUST

m., lust tot snoepen.

2024-10-06
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNOEPLUST

SNOEPLUST - m. lust tot snoepen; minnelust; ...REISJE, o. (-s), klein pleziertochtje; klein uitstapje dat men in stilte doet.