Wat is de betekenis van SNOEKACHTIG?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNOEKACHTIG

bn., van den aard der snoeken: snoekachtige vissen; — als (van) een snoek.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snoekachtig

bn. (lijkende op een snoek): snoekachtige vissen.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNOEKACHTIG

SNOEKACHTIG - bn. als een, van een snoek; (fig.) schrander.