SNEEUWKLOKJE
(Galdnthus nivdlis). Bolgewas. Komt in Zeeland vrij algemeen voor in de binnenduinrand, op buitenplaatsen, in parken en tuinen. Is echter oorspronkelijk slechts aangeplant en daarna hier en daar verwilderd.
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(Galdnthus nivdlis). Bolgewas. Komt in Zeeland vrij algemeen voor in de binnenduinrand, op buitenplaatsen, in parken en tuinen. Is echter oorspronkelijk slechts aangeplant en daarna hier en daar verwilderd.
drs. L.A. Beeloo (1981)
een van de eerste voorjaarsbloemen. Het komt reeds uit de grond voordat de sneeuw verdwenen is. Elke bol draagt slechts één bloem. Het lenteklokje groeit in vochtige loofbossen. Beide zijn veel voorkomende tuinbloemen.
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.n., liderke (it), maerteblomke (it), (neaken) boutsje (it), boutke (it), wyt wyfke (it), neaken wyfke (it), neaken mantsje (it).
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), inlands plantje (Galan. thus nivalis) uit de familie der amarilachtigen met twee groene blaadjes en een aan een dun steeltje neerhangend bloempje van drie witte bloemblaadjes, dat niet zelden reeds in Februari, als de grond nog met sneeuw bedekt is, bloeit; ook vastenavondzotje, naakt mannetje en naakt naarsje geheten.
Winkler Prins (1949)
(Galanthus nivalis), plantje uit de Narcissenfam. Wit, alleenstaand bloempje, waarvan buitenste bloemblaadjes ei vormig, binnenste hartvormig zijn met groene vlek. Groeien in bossen, langs dijken, in tuinen.
M. J. Koenen's (1937)
o. sneeuwklokjes (narcisachtig bolgewas, wit voorjaarsbloempje; Lat. galanthus nivalis).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Galanthus, geslacht van de fam. der Amaryllidaceae. Eivormige, witte buitenste bloemdekblaadjes; groen-gevlekte binnenste bloemdekblaadjes. De bloemstengel steekt boven de bladeren uit. Bloeit Jan.-April. Veel gekweekt (bijv. G. Elwesii).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: