Wat is de betekenis van Sneaker?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

sneaker

sportschoen. sportschoen van linnen, leer of kunststof met een zachte rubberen zool en een verstevigde neus. Ook in toepassing op sportieve schoenen die op een sportschoen lijken, maar niet als zodanig gedragen worden. Voorbeelden: Samen met de uitgelaten blonde slungel, die er bijna haveloos uitzag in zijn grijs sweatshirt, v...

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

sneaker

(zelfstandig naamwoord) [alg.] gymschoen, sportschoen, gymp, gympie - Hij loopt dag in dag uit op gympies, maar sporten doet hij nooit.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sneaker

sneaker - zelfstandig naamwoord uitspraak: snie-ker 1. sportieve, modieuze schoen met veter ♢ ik gebruik deze sneakers vooral voor het hardlopen Zelfstandig naamwoord: snie-ker de sneaker ...

2024-04-26
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

sneaker

(de; -s) sp - sportschoen met zachte zool Herkomst: Eng. (lett. sluiper)

2024-04-26
Woordenboek Internettaal

Martin Bannink (1995)

Sneaker

Een cracker die door een onderneming ingehuurd wordt om met opzet de beveiliging van hun netwerk te doorbreken. Met opzet, om te testen of de eigen automatiseringsafdeling de zaak naar behoren beveiligd heeft (en als dat niet zo is: om de benodigde ontslagprocedures in gang te zetten).

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Sneaker

[Eng., van to sneak= sluipen] soepele schoen van zeildoek met rubberzool, sterk lijkend op een gymnastiekschoen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)