Wat is de betekenis van snackbar?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNACKBAR

(Eng.), m. (-s), gelegenheid waar men vlug iets kan gebruiken, uit de vuist kan eten.

2025-07-15
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

snackbar

restaurant voor de snelle hap. horecabedrijf waar men vooral kleine, snel klare en goedkope gerechten kan gebruiken; restaurant voor de snelle hap. Voorbeelden: In de snackbar stonden een paar Marokkaanse jongens patat te eten. Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001 De snackbar is van alle eettentjes duideli...

2025-07-15
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

snackbar

(zelfstandig naamwoord) [alg.] frituurzaak, frituur, friettent, patatzaak - Niets in huis om te koken? Dan haal je toch even wat bij de frituur!

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

snackbar

snackbar - zelfstandig naamwoord uitspraak: snek-bar 1. eetgelegenheid waar men snel een hartig hapje voor je klaarmaakt ♢ we gingen een patatje eten in de snackbar Zelfstandig naamwoord: snek-bar de snackbar...

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Snackbar

eetgelegenheid waar men snacks kan eten

2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Snackbar

gelegenheid om vlug iets te gebruiken.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snackbar

('snæʞba:r) m. en v. (-s) [Eng. snack, overijlde maaltijd] bar waar men vlug iets kan gebruiken.