Wat is de betekenis van smoelentrekker?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

smoelentrekker

(1967) (Vlaanderen, inf.) vervelende vent. Maar ook: huichelaar en iemand die gekke bekken trekt. • Brauns vreet mijn allergie aan; hij spreekt ontroerend over de kleine man (die door de repressie fijngemalen wordt, niet die onschuldig naar het vergassingskamp gesleept wordt); hij geselt de smoelentrekkers uit zijn tempel (ik beaam). (Nieuw Vl...

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

smoelentrekker

bekkentrekker, schijnheilig persoon (informeel) Peter Maes is nog een echte trainer, hij is authentiek, geen smoelentrekker zoals ik er helaas al zo veel gezien heb,' zegt Willy Reynders. (Het Belang van Limburg) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 3

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

smoelentrekker

(de, -s) bekkentrekker. Geschminkt, gekapt en voorzien van een microfoon wachtte hij het startsein van de opnameleider af met wat onnozele en kinderachtige smoelentrekkerij. Helaas reveleerde dat beeld de bittere waarheid: de man die zegt het geweten van de wereld te zijn, is gewoon een smoelentrekker. - GvA, 22-03-2003.

Gerelateerde zoekopdrachten