Wat is de betekenis van SMEERLING?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMEERLING

m. (-en), riviergrondel, poelvis, slijkvis, weervis.

2025-07-16
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Smeerling

Gron.: Smilke. Gehucht tussen Onstwedde (gemeente Stadskanaal) en Vlagtwedde (gemeente Vlagtwedde) ter weerszijden van de gemeentegrens, gevormd door de Ruiten-Aa, aan de gelijknamige weg Smeerling. Mooie omgeving met Saksische en Westerwoldse boerderijen; theehuis. Beschermd dorpsgezicht. Ook Smerelke, ’t Smilke, Smierling, houdt wellicht v...

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smeerling

m. smeerlingen (riviergrondel, slijkvis).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smeerling

m. (-en) Dierk. grondel.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SMEERLING

SMEERLING - m. (-en), riviergrondel; poelvisch, slijkvisch, weervisch.