Wat is de betekenis van smaldeel?

2024-11-08
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-11-08
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smaldeel

smaldeel - zelfstandig naamwoord uitspraak: smal-deel 1. wat kleiner is dan het totaal ♢ deze groep is een smaldeel van de Marine 2. groep marineschepen of militaire vliegtuigen ♢ dit smaldeel h...

2024-11-08
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

smaldeel

een in verband optredende groep oorlogsschepen van diverse afmetingen en bewapening.

2024-11-08
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

smaldeel

klein gedeelte.

2024-11-08
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMALDEEL

o. (...delen), 1. onderdeel, onderafdeling; 2. elk der drie hoofdafdelingen waarin een vloot verdeeld is ; eskader ; — kleine groep gezamenlijk varende of optredende schepen.

2024-11-08
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

SMALDEEL

(lett.: klein deel), onderdeel van een vloot of (sinds 1665) van een eskader; thans vooral eskader van geringe omvang. De Kon. Marine heeft in Nederland doorlopend een oefensmaldeel in dienst.

2024-11-08
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smaldeel

o. smaldelen (eig. klein deel: deel ener oorlogsvloot, eskader).

2024-11-08
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Smaldeel

→ Eskader.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-11-08
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smaldeel

('smal) o. (...delen) 1. Algm. klein gedeelte. 2. Inz. deel van een oorlogsvloot, eskader.