Wat is de betekenis van SMAAKJE?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMAAKJE

o. (-s), 1. bijsmaak (inz. kwade): er zit een smaakje aan dat vlees ; 2. toevoegsel aan een gerecht, geneesmiddel enz., dat dient om er een smaak (2.) aan te geven.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smaakje

o. smaakjes: er is een smaakje aan, bijsmaakje.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)